2 Daagse "Reis La Ferte Bernard"
REIS LA FERTE BERNARD 30 /03-01/04/16
’t Wordt oorlog, ’t wordt oorlog, moeten de mensen gedacht hebben die ons zagen op de parking van de Hallen…
Kleine plateaus ,grote plateaus, kleine manden, grote manden, kleine kartonnen, grote kartonnen, grote flessen, nog grotere flessen, servietten, fluiten en nog eens fluiten op een voetje… Worstjes, tomaatjes, sneukel-spiesjes, kaasjes,chipjes, bergen pistolets…Amai amai, een verhuis voor veertig dagen.
En dan die valiezen ! Niet te doen; er was zelfs iemand mee die haar man erin kon verstoppen (én toevallig wilde ze per sé een kamer apart???)
En akke-akke-tuut-tuut , weg waren we,in een splinternieuwe bus, richting la Ferté-Bernard, le Perche.
Tijdens de rit, (die voorbij vloog) kregen we een super diner voorgeschoteld (weliswaar uit het vuistje, maar toch…) Het smaakte enorm.
In ’t hotel kregen we nog nét één glaasje (we hadden écht dorst) van een vieze koente, en “silence” alhier en “silence” aldaar riep. Wie legt nu een man te slapen nét naast de bar?
Gelukkig had Heidi een pràchtige kamer met een groot bed, ’n paar stoeltjes en een ingebouwde kast waar nog iemand kon zitten. Nog een laatste en hop, naar bed.
In iedere kamer lag een zakje paaseitjes en een welkomst kaartje voor ons klaar.
Wat waren ‘les dames du Perche’ toch attentvol !
’s Morgens opgewacht door Janick die ons op de bus vergezelde naar het huis van Patricia, “le proto du club”.
De weg naar haar huis werd steeds kleiner, groener, romantischer en smaller…
Vous-êtes sûr que le bus peut tourner là-bas?
Mais bien sûr, bien sûr… Pas de problèmes !
Ondertussen hingen al zo veel takken van de bomen aan de bus en ’t was nu niet precies de zonnigste dag.
Het paadje zag er toch wel echt drassig uit.
De oprit naar Patricia’s huis leek eeuwig te duren. Naast, voor, achter en weer naast haar huis : groen, groener , groenst. Een stukje paradijs.
Ik zal over die peloeze moeten rijden om dààr te kunnen draaien, zei de chauffeur.
En hij reed… Vier meters… En , boem patat ,uit, fini !
Daar stond onze mooie bus, met z’n wieltjes heel erg vast in ’t gras.
Terwijl de chauffeur alle mogelijke trucs uitprobeerde, werden wij ontvangen in de gezellige keuken, waar de tafel al gedekt stond, en alle benodigdheden om zelf te koken op ons wachtten.
Witte kool, die nog in SLIERTEN ! SLIERTEN ! moesten gesneden worden, appeltjes die moesten omwonden worden met een kruimeldeegje, terwijl de “proto” aan één stuk door gezellig taterde.
’n Heel gezellige boel; ’n aperitiefje met rilette , getater, getetter, gelach en af en toe eens naar buiten om de chauffeur wat moed in te spreken.
Enfin, onze “marmite sarthoise” (waarbij de proto achteraf nog snel de crème-fraîche bij kieperde) en “les bourdons aux pommes” gevolgd door een heerlijk kaasassortiment smaakten enorm .
En wel te verstaan : allemaal uit hetzelfde bord ! De saus van de “marmite” moesten we maar uitkuisen met een stukje brood.
Ann P. merkte op dat wij er bij ons veel meer tralala van maakten; wij zouden zeker voor 100 gelijke borden, glazen, koffiekopjes gezorgd hebben.
We kunnen nog veel leren van die Françaises!
Ondertussen had de chauffeur met de boer met de tractor één en ander uitgeprobeerd (Hilde nog altijd op de toppen van haar tenen) en uiteindelijk na uuuuren werd ons busje uit de eerst nog schone pelouze weggesleept.
We hebben afgesproken om eventueel een zakje graszaadjes op te sturen…
Het namiddag programma zag er compleet anders uit dan gepland; wel konden we genieten van “les villages les plus beaux et les plus typiques” de la région.
De “Jardin François”, de “visite de l’atelier d’un chocolatier très réputé” konden we op onze buik schrijven.
Maar geen nood : de visite aan een typische “manhoir”en een bezoek aan een heuse “salon de thé”+ antiquités” ,maakten de namiddag toch leuk en aangenaam.
Veel tijd om “ons op te zetten”, kregen we niet. Om half acht werden we alweer afgehaald door iw-dames van de club.
Het idee van Nele “ik denk een kleedje”, had veel bijval en zorgde vooral voor veel gelach.
Na het aperitief in de bib (?) en het protocollair gedeelte, gingen we richting restaurant “Le Bistronome”.
We zaten aan een grote L-tafel, versierd met bloempotjes in onze typische Inner-Wheel kleuren.
Het eten was lekker en opnieuw zongen onze zusters met hun hemelse operastemmen. Net zoals ‘s middags gaven ze het beste van zichzelf.
Wij mochten ons liedje wel vergeten…
Toch gaf Corinne de teksten door en na wat getreuzel brachten we dan toch ook ons liedje op een melodietje van hun aller “Cloclo”.
Onze bloemen collier werd na ons optreden aan de dames geschonken. Wel een leuk idee, dank je wel Veerle !
De Françaises waanden zich in Tahiti, zo bleek achteraf op Facebook…
Ook onze zusters hadden een fijn idee ; aan alle mensen van de andere tafels werden de mooie bloempotjes meegegeven… een troostprijs voor al ons “lawaai” dat we gemaakt hadden.
Laatste dag, stralende zon, knalblauwe lucht; joehoe ! Eindelijk wat warmte, alhoewel… in de schaduw brrrr.
Een enthousiaste gids leidde ons door hun prachtig dorp : la Venise de la France. En wij die dachten dat het “onze Venise” was…
Notre- Dame-des-Marais was méér dan de moeite waard, maar we zouden nog veel grotere ogen trekken in Chartres, wist de gids ons te vertellen.
Nog een laatste keer tafelen in een “crêperie” en een proevertje van hun cider.
We werden uitgewuifd en enkele meters verder stonden zij er alweer ! ’t Was leuk, ’t was tof, ’t was écht gezellig !
Op het terugreis konden we in de rapte, spijtig genoeg, nog even proeven van de ongelooflijke schoonheid van de glasramen in de kathedraal van Chartres.
Kaasjes, worstjes, tomaatjes, chipjes en gans de “battaklan” hadden we nog meer dan te over zodat we echt niet hoefden te eten langs de autostrade.
Ook de flessen hadden zich precies vermenigvuldigd dacht Nele.
Nog even Veerle uitwuiven in Parijs en dan … recht naar huis, allen met een bijzonder heerlijk blij gevoel.
Anne Decru